01 jun alcoholpensioen na 20 jaar zuipen
stoppen met alcohol drinken
Gestopt. Na ettelijke pogingen. Ineens ging het wel.
Omdat ik er plots ontzettend genoeg van had.
Genoeg van de zwarte gaten, de katers en de taaie dagen. Genoeg van het terug platdrinken de volgende dag en genoeg van de schaamte als ik halfdronken probeerde te functioneren naar m’n omgeving toe. Genoeg van het voelen hoe m’n brein haperde en hoe ik dan ‘nuchter’ ging acteren.
Alsof alles onder controle was.
Het was een illusie. Het was te vaak niet onder controle. Ik had mezelf soms niet in de hand en dan dronk ik mateloos.
radicaal stoppen met alcohol
Het speelde al langer, het idee om alcohol voorgoed te verlaten, om te stoppen met drinken. Radicaal, zoals (en voor) altijd. Ik had het gaandeweg steeds minder nodig. Het heeft 20 jaar uitstekend gewerkt en zijn diensten bewezen. Het heeft ontzettend goed bij me gepast.
Tot het niet meer paste.
Het paste niet meer. Ik kon zonder en genoot er zelfs meer van. Ik doorzag steeds meer het verlangen als een foppertje en besefte zelfs dat ik het in 20 jaar nooit geweldig gevonden had als ik echt veel teveel alcohol gedronken had.
zuipen als topsport
Ik was er echt goed in. Ik was die irritante brulaap die elke makker kleinerend of trakterend aan het schuim kreeg, ook als we al lang thuis dienden te zijn. Vooral als we al lang thuis dienden te zijn.
Het was een waanzinnige tijd met mijn mateloosheid als motor. Keihard gaan, geen grenzen, niet opgeven. Onze slogan luidde zonder ironie: ‘Niet janken maar tanken!’
Ik weiger spijt te hebben van iets wat me zoveel vreugde heeft opgeleverd. Ik kijk met weemoed terug naar filosofische avonden in de bar, heersen op cantussen en dansen op plaatsen waar ik nuchter een hekel aan heb. Of het bij wijlen ontroerende ontkateren met de makkers bij een paar zware tripels daags nadien. En dan daags nadien nog eens.
Ik zou het echter niet opnieuw kiezen, het zou betekenen dat ik amper bijgeleerd heb in dit leven.
het voelt als een beloning en niet als een straf
Alsof ik het mijn lichaam cadeau wil doen. Alsof ik het mezelf gun. De laatste jaren voerde ik regelmatig een drooglegging in. 100 dagen en een keertje zelfs 200 dagen. Leerrijk, confronterend en gezond.
Zo’n alcoholstop leerde me inzien waarom ik wilde drinken en op welke momenten de hunkering toeslaat. Bij spanning, bij onzekerheid en in mijn geval ook bij euforie. Ik ontdekte dat ik met mijn vreugde vaak geen blijf wist en dat ik dan ging dempen met alcohol. Notoire feestvierders weten wat ik bedoel, het leven veel te graag zien en dus nog harder willen voelen dat alles bruist.
De voornaamste conclusie uit zo’n vastenperiode? Dat ik er niet ongelukkiger van werd. Geen procentje geluk heb ik tijdens mijn vastenperiodes ingeleverd. De reden om te drinken verloor dus steeds meer haar sterke stem en het afbouwproces werd in gang gezet.
de meerwaarde van alcohol lijkt verdwenen
Ik zie het nut er niet meer van in als het me op geen enkel terrein een meerwaarde kan bieden. Het enige dat alcohol doet is instant dempen zodat je je onbehagen niet voelt. Op de dansvloer, bij een spontane date, een sollicitatie, een voordracht of de gewone stress van je dagdagelijkse leven.
En dat doet het voortreffelijk, het is er een uiterst geschikt middel voor. Toch leer ik liever ‘handelen ondanks dat onbehagen’ want dat werkt dus ook.
Ben je er ineens vanaf en heb je dat middeltje niet meer nodig. Van dat irritante comfortzonegedoe maar het rendeert wel.
gestopt met drinken: zelfs niet eentje, al weet ik dat ik het kan
Ik zou het kunnen hoor, zo eentje drinken of twee en dan stoppen. Maar de hele hunkering lijkt weg. Het verlangen is verdwenen dus waarom zou ik er dan nog ‘eentje’ drinken?
In die zin lijkt het voor mij erg op stoppen met roken. Eens je geheel gestopt bent met sigaretten en de drang is gaan liggen, waarom zou je dan nog af en toe roken? Zelfs als je dat kan.
Alle voordelen zijn zowat uitgestorven en de paar voordelen die er nog zijn wegen niet op tegen de voordelen van het niet te doen.
Kan je niet gewoon matigen of minder alcohol drinken zoals iedereen?
Ik ben niet zo goed in leven zoals iedereen, ik geraak daar ontzettend gefrustreerd van. Ik kan gelukkig wel heel goed mezelf zijn. Kennelijk hoort daar af en toe een resolute keuze bij zonder uitzonderingen.
Minderen met alcohol, ik heb er flink mee geëxperimenteerd. Matig drinken leek de afgelopen jaren de heilige graal want dan hoefde ik niet ‘voor altijd’ te stoppen.
Wel … ik vind er geen bal aan. Helemaal niets. Ik ervaar het ‘proeven’ als ronduit ontgoochelend. Ik vind het net zo teleurstellend als één bolletje ijs, een kwartiertje gamen, één milka-oreo-paaseitje of één aflevering op Netflix.
Dan nog liever niets. Dus wat alcohol betreft, ik wilde gewoon flink dronken zijn.
radicaal stoppen met alcohol is makkelijker dan minder drinken
Radicaal stoppen is voor mij daarom zoveel gemakkelijker dan matig drinken. Het eerste glas weigeren is veel eenvoudiger dan het tweede. Iets wat ik binnen de meeste levensgebieden herken en waarvan ik vermoed dat ik er een zeer sterk genetische blauwdruk voor heb. Sneeuwwit of gitzwart, zelden grijs.
Ik zou mijn niet te temmen mateloosheid niet eens willen inwisselen. Ik doe dingen doorgaans of grondig of helemaal niet. Ik beschouw het als een troef in mijn leven en voel me bevrijd sinds ik dat opzoeken van uitersten steeds meer gaan omarmen ben.
Ik leef ondertussen zo graag volgens mijn eigen jojo-effect dat ‘stoppen met drinken’ perfect op mijn gezuiverde lijf geschreven staat.
ik geloof heel hard in het idee dat je je idealen best voorleeft
Schrijven over vrijheid en gemoedsrust en zelf al je stress wegzuipen is niet meer mijn ideaal. En ook al inspireer ik sowieso mensen met tips die ik soms zelf moeilijk kan toepassen, toch voel ik me het best als ik conform mijn eigen levensfilosofie leef. En daar paste drinken steeds minder in.
Elke afhankelijkheid die je tijdens je levensloop kan lossen, maakt je bestaan vrijer en luchtiger. Alcohol zat tot diep in mijn gewoontes geworteld, in die mate zelfs dat je onbewust je dagdagelijkse dingen rond je gebruik begint op te bouwen. Al was het maar ‘eentje tegen de verveling’ of ‘ik heb hem verdiend’.
Ik voel me dus vrijer nu ik er afstand van genomen heb. Het heeft zelfs iets tegendraads en dat spreekt me wel aan. In een maatschappij waar alcohol zo vanzelfsprekend ingeburgerd is, is ironisch genoeg net het niet-drinken behoorlijk rebels.
lang leve alcohol
Ik ben niet plots tegen alcohol. Ik verafschuw nog steeds moraalridders, of het nu vlees-eten, opvoeden, thuis bevallen of glutenvrije yoga betreft. Wie een evangelie van de dingen maakt, doet een enge maatschappij ontstaan.
Wie geen alcohol of ander middel nodig heeft om met faalangst, stress of onzekerheid om te gaan, mag zijn beide handjes kussen en dankbaar zijn in plaats van de moreel superieure betweter uit te hangen.
Elke mens zoekt nu eenmaal manieren om het leven te leven, of die keuze nu strategisch is of niet.
Ik ga hier daarom ook niet getuigen van een metamorfose of een openbaring. Mijn leven is niet per definitie zoveel beter geworden zonder alcohol.
Het is iets dat ik gekozen heb en dat steeds beter bij me is gaan passen. Zoals wandelen, lezen, praten over het leven, mediteren en korte broeken dragen.
Ik zie het zelf simpelweg als een nieuwe gezonde gewoonte en ik heb er deugd van.
Terug beginnen drinken? Je mag altijd opnieuw kiezen.
Ik heb geen televisie meer en ook geen smartphone. De dag dat ik zoiets oprecht wil, dan koop ik het. Ik ga niets plechtig beloven en dat geldt ook voor roken, alcohol of het eten van garnaalkroketten.
Dus ja, ik mag van mezelf nog steeds alcohol drinken. Bijgevolg heb ik dan ook geen last van een verlammend nooit-meer-idee. Ik voel me vrij dus als ik wil drinken, dan drink ik. Ik besluit echter om het niet te doen en ik kan me niet voorstellen dat ik het ooit nog ga doen.
over garnaalkroketten en alcohol
Ik eet heel graag garnaalkroketten maar ben er niet aan verslaafd. Ik heb nog nooit een onverklaarbare ontembare drang gehad om in de garnaalkroketten te vliegen. Bij alcohol had ik dat wel.
Hoe geweldig lekker ik garnaalkroketten ook vind, ik eet het zelden, het komt nauwelijks in mij op. Ik heb geen last van gedachten die mij overhalen om toch maar een garnaalkroketje te scoren. Bij alcohol had ik dat wel.
Als ik garnaalkroketten eet, heb ik niet de neiging om de rest van het gezelschap te overtuigen om mee garnaalkroketten te rammen en ik vind ze ook geen saaie sukkels als ze liever de lasagne kiezen. Bij alcohol had ik dat wel.
Als men mij morgen zegt dat ik nooit nog garnaalkroketten mag eten, dan leg ik me daar zonder worsteling bij neer. Hoogstens vind ik het een beetje teleurstellend maar het zou mijn levensgeluk niet beïnvloeden. Bij alcohol leek dat een drama.
Ik durf dus stellen dat er geen sprake is van een afhankelijkheid naar garnaalkroketten toe. Bij alcohol was die er wel.
onze gedachten creëren een alcoholverslaving
Ik ervaar op dit moment geen last van iets wat je ‘alcoholverslaving’ zou kunnen noemen. Heel soms nemen mijn gedachten mij terug mee naar heerlijke kampvuuravonden met glazen oogjes en lange filosofeernachten aan de toog. Dat mag, ik geniet van zulke mijmeringen en vergeet gemakkelijkheidshalve de katers, de ellende, het afzien, de schaamte of de sluipmoordenaar op lange termijn.
Ik besef verder ook dat gedachten niet meer zijn dan dat. Een uitademing van je brein, daar hoef je niets mee te doen. Gelukkig maar, want ik denk wel meer gekke dingen.
- Dat een andere relatie beter voor me is.
- Dat ik plots ongeneeslijk ziek zal worden.
- Dat ik een dure kampeerbus wil hebben.
- Dat ik best stop met dat hele Ons-Moemoe-ding.
- Dat ik niet goed genoeg ben.
Ik weet ook dat ik geen uitzondering ben met zulke gedachten. We hebben ze allemaal en we treffen er geen schuld aan. Je hebt gedachten, je bent ze niet.
Gedachten veroorzaken op zichzelf trouwens geen last, wel je geloof erin.
ontwenningsverschijnselen zijn niet meer dan gedachten
Een hunkering met de gedachte ‘ik wil zuipen’ is bijgevolg ook niet meer dan een verlangen, iets dat opkomt maar ook terug verdwijnt.
Het hele idee rond afkicken zijn tenslotte ook maar gedachten.
- Ik ben verslaafd en zal nooit kunnen stoppen.
- Het zit in mijn genen, ik zal eeuwig blijven hunkeren.
- Ik ben niemand als ik niet meer drink.
- Ik kan niet zonder alcohol.
Allemaal gedachten. Niet meer. Je kan ze evengoed aanschouwen als iets dat voorbij waait.
Anders zat ik nu eenzaam in een grote kampeerbus mezelf te haten.
stoppen met alcohol is niet vanzelf gegaan
De uiteindelijke beslissing om te stoppen met drinken, heeft zowat 3 jaar geduurd. Massa’s boeken gelezen, afhankelijkheidstesten gedaan en ettelijke mislukte pogingen.
Ik durf stellen dat alleen nog maar de interesse in ‘stoppen met alcohol drinken’ al een teken aan de wand is.
Dat geldt voor elk levensgebied. Als je je maanden of jaren afvraagt of
- je je werk nog graag doet,
- je relatie gezond is,
- je verslaafd aan alcohol bent,
- je voldoende gelukkig bent,
- je dringend iets aan je gezondheid moet doen,
dan deugt er iets niet. Dan is er een kink in de kabel en wordt het tijd om een bepaalde waarheid onder ogen te zien.
Voor mezelf was dat het plotse besef dat ik er genoeg van had.
Het draait dus niet om het niet meer kunnen drinken maar om het niet meer hoeven te drinken. En dat verdient een garnaalkroket.
Schol!
Heeft dit artikel je geholpen of ben je fan van Ons Moemoe? Trakteer ons een wafel!
Evelien
Posted at 06:46h, 18 maartSchol!
Jan
Posted at 10:13h, 28 meiMooi verhaal